Zorg voor volwassenen

Ontdek de wetgeving

Beoordeel de werkplek

Maak de werkplek ergonomisch

Informeer de werknemers over goede houdingen

Ontdek welke impact werkbeleving kan hebben

Hulp nodig?

Ontdek de wetgeving

Verplaatsen van mensen, trekken en duwen, regelmatig lichte lasten tillen … vallen allemaal onder de categorie “Manueel hanteren van lasten”. Als werkgever moet je in de eerste plaats het manueel hanteren van lasten vermijden. Niet evident in de zorg! Wat nu? Het is belangrijk om het risico in te schatten. Zo kan je de nodige maatregelen nemen om de fysieke belasting van je werknemers te beperken. Naast het medisch toezicht dienen jouw werknemers ook informatie te krijgen over een correcte werkmethode. Ben je geïnteresseerd in de wetgeving hierover? Je vindt ze terug in de Codex over het welzijn op het werk, Boek VIII Titel 3 – Manueel hanteren van lasten.

Het manueel verplaatsen van mensen is een van de specifieke kenmerken van werken in de gezondheidszorg. Daarom is er een aangepaste aanpak nodig om de risico’s te analyseren en te beheersen. Je vindt deze aanpak in de norm ISO-TR 12296 - manueel hanteren van mensen in de zorgsector.

De norm steunt op 3 pijlers:

  • risicoanalyse,
  • ontwerp,
  • opleiding.

Het uitvoeren van een risicoanalyse bestaat uit vier stappen:

  1. Gevaren identificeren: het manueel verplaatsen van mensen is een zware taak. Denk daarbij maar aan transfers, gebogen en gedraaide beweging ... Elk van deze activiteiten houden bepaalde risicofactoren in. De eerste stap is om deze risico’s te identificeren.
  2. Risico’s evalueren: de tweede stap is het evalueren van de risico's. Gebruik hiervoor de vragen in het hoofdstuk "Beoordeel de werkplek".
  3. Risico's beheersen: de derde stap houdt in dat je de risico’s vermindert door veranderingen door te voeren in de organisatie, hulpmiddelen, omgeving en opleiding.
  4. Doeltreffendheid evalueren: aan de hand van het aantal overbelastingsklachten, werkverzuim, kwaliteit van de zorg, … evalueer je je interventies.

Praktijkrichtlijnen

Normen

  • Onder optimale omstandigheden zou een man veilig 25 kg kunnen tillen en een vrouw 15 kg. In onderstaande figuur kan je voor de verschillende hoogtes en reikafstanden zien wat het maximaal aanvaardbare gewicht is.
    Voor een vrouw zijn de volgende gewichten van toepassing: de eerste kolom, dus het dichtst bij de persoon zelf, van boven naar onder: 7, 13, 15 (de veilige, groene zone), 13 en 7kg. De tweede kolom bedraagt: 3kg, 7kg, 10kg, 7kg en 3kg. Voor een man geldt het volgende. In de eerste kolom, van boven naar onder: 10, 20, 25, 20 en 10kg. Voor de tweede kolom van boven naar onder: 5, 10, 20, 10 en 5kg.
    Maximaal gewicht voor een man en een vrouw in functie van de grijpafstand

  • Niet meer trekken/duwen dan 15 kg per hand of 25 kg per 2 handen.
  • Niet meer trekken dan 5 kg in een ongunstige houding of wanneer de kracht uit de vingers komt.
  • Niet langer dan 1 minuut in een houding met gedraaide romp blijven of in een houding waarbij de romp meer dan 30 graden gebogen en/of gedraaid is.

Bovenstaande normen zijn vertaald in praktijkrichtlijnen. De richtlijnen geven aan in welke situatie welk hulpmiddel gebruikt moet worden om de fysieke belasting binnen de grenzen te houden.

Meer informatie is terug te vinden in de delen ‘Beoordeel de werkplek’ en ‘Maak de werkplek ergonomisch’ .

Beoordeel de werkplek

Het is van groot belang om de zorgvrager (patiënt, bewoner, cliënt …) zoveel mogelijk mee te laten werken met de transfer. Daarom is het belangrijk om de zorgvrager te evalueren:

  • Kan de zorgvrager zichzelf in bed verplaatsen of is hij volledig passief?
  • Kan de zorgvrager zelfstandig lopen, maar is hij onzeker?
  • Kan de zorgvrager stabiel op de rand van het bed zitten? Dan is zijn/haar rompbalans nog voldoende. Kan hij zelfstandig op zijn/haar benen staan?
  • Op welke manier wordt de zorgvrager gewassen? (zittend gedoucht, in bed gewassen, liggende gedoucht, in bad gewassen).

Daarnaast is het belangrijk om te weten welke hulpmiddelen er zijn. Denk daarbij ook aan hulp door collega’s.

Als laatste beoordeel je ook de omgeving. Met onderstaande vragen proberen we je al in de goede richting te duwen:

  • Kan de werknemer op een goede hoogte werken?
  • Staat alles handig opgesteld?
  • Zijn er hoogteverschillen?
  • Is er voldoende ruimte om te bewegen?
  • Zijn er obstakels of hindernissen?

Maak de werkplek ergonomisch

Op basis van de informatie die je in ‘Beoordeel je werkplek’ hebt verkregen, maak je een keuze over hoe je de zorg- en verplaatsingshandelingen zal uitvoeren. Allereerst, optimaliseer je de omstandigheden en maak je de omgeving klaar. Organiseer het werk zo dat de afstanden zo klein mogelijk zijn.

Bijvoorbeeld:

  • Zet de stoel zo dicht mogelijk bij het bed als een zorgvrager van bed naar stoel moet verplaatst worden.
  • Maak gebruik van de zwaartekracht. Dus, bij het verplaatsen van stoel naar bed, zet het bed op gelijke hoogte of lager dan de stoel.
  • Verwijder obstakels zoals krukjes, nachtkastjes, etc. vóór het uitvoeren van een transfer. Onvoldoende ruimte tijdens een transfer leidt gemakkelijk tot ongunstige houdingen.

Praktijkrichtlijn: De richtlijn geeft aan in welke situatie welk hulpmiddel gebruikt moet worden. Zo houd je de fysieke belasting binnen de grenzen. Een deskundige zorgverlener bepaalt of de zorgvrager geschikt is voor het aanbevolen hulpmiddel.

Verplaatsingen binnen de grenzen van het bed (hogerop verplaatsen, zijwaarts verplaatsen en wentelen)

Praktijksituatie

De zorgvrager kan zichzelf verplaatsen

De zorgvrager kan weinig helpen

De zorgvrager is volledig passief   

Praktijkrichtlijn

Kleine hulpmiddelen (bv. papegaai)

Rol- of glijhulpmiddel

Rol – of glijhulpmiddel

Hoog-laag bed

Hoog-laag bed

Hoog-laag bed

Transfers vanuit bed, (rol)stoel of toilet naar elders en omgekeerd

Praktijksituatie

De zorgvrager kan vrijwel zelfstandig lopen, maar is onzeker

De zorgvrager kan niet zelfstandig opstaan, heeft enige rompbalans en kan enigzins steunen op de benen.

De zorgvrager heeft onvoldoende rompbalans en kan niet op de benen steunen

Praktijkrichtlijn

Begeleiding door één zorgverlener

Actieve tillift

Passieve tillift

Eventueel opstalooprek of draaischijf

Het aan- en uittrekken van steunkousen

Praktijksituatie

De zorgvrager heeft therapeutische elastische steunkousen van drukklasse 2 hoger

Praktijkrichtlijn

Een aan/uittrekhulpmiddel moet worden gebruik

Statische belasting (in moeilijke houdingen werken)

Praktijksituatie

De zorgvrager wordt zittend gedoucht

De zorgvrager wordt op bed gewassen

De zorgvrager wordt liggend gedoucht

De zorgvrager wordt gebaad

Praktijkrichtlijn

Hoog-laag douchestoel

Hoog-laag bed

Hoog-laag verstelbaar hulpmiddel

Hoog-laagbad

Informeer je werknemers over goede houdingen

Kennis is het begin van alle wijsheid. Informeer als werkgever je werknemers over een ergonomische werkhouding en –organisatie.

Hieronder alvast enkele tips om door te geven aan je werknemers:

Zelfredzaamheid van de zorgvrager

Het is van groot belang om de zorgvrager (patiënt, bewoner, cliënt …) zoveel mogelijk mee te laten werken met de transfer (uiteraard met respect voor de handelingsbekwaamheid van de zorgvrager). Je vermindert de fysieke belasting door hem/haar zoveel mogelijk zelf te laten doen. Bovendien activeer je de zorgvrager.

Gebruik het bed als hulpmiddel

  • Door het hoofdeinde omhoog te zetten, komt de zorgvrager makkelijker zelfstandig van lig naar zit.

    Een ziekenhuisbed waarop een zorgvrager zit. De bovenkant van het bed is verhoogd.

  • Door het bed op een juiste hoogte te plaatsen, werk je automatisch vanuit een betere houding.
    • Ellebooghoogte is het referentiepunt.
    • Zet het bed hoger bij precisietaken (bv. wondverzorging).
    • Zet het bed lager bij taken die meer kracht vereisen.

      Een zorgverlener bereidt zorgmaterialen voor aan de rechterkant van een zorgvrager. Het bed van de patiënt is hoog genoeg.

    • Om de zorgvrager hogerop te plaatsen, kan je het bed in Trendelenburg stand plaatsen. Dit wordt op onderstaande foto getoond.

      Het bed is gekanteld naar achter. De voeten van de patiënt liggen hoger dan zijn hoofd.

Gebruik de gepaste hulpmiddelen

  • Glijzeil: voor transfers binnen het bed - wanneer de zorgvrager weinig kan helpen bij het uitvoeren van de transfer, of de zorgvrager is volledig passief.

    Deze afbeelding illustreert het glijzeil. In dit geval is het een soort blauw zeiltje dat op het bed ligt, binnen de omtrek van het bed.Een patiënt ligt op een bed, op een glijzeil. Een verpleger staat naast hem. De foto is genomen langs de voorkant.Een patiënt ligt op een bed, op een glijzeil. Een verpleger staat naast hem. De foto is genomen langs de zijkant.

  • Opstahulp: voor transfers naar of van bed, rolstoel of toilet - bij zorgvragers die nog enige kracht hebben of bij zorgvragers waarvoor een actieve lift een te zwaar hulpmiddel is.

    Een verpleger gebruikt een toestel om de patiënt te helpen opstaan van of te laten zitten op een stoel.

  • Actieve tillift: wanneer de zorgvrager niet zelfstandig kan opstaan, maar wel nog enige rompbalans heeft en voldoende op zijn benen kan steunen.
  • Passieve tillift: wanneer de zorgvrager onvoldoende rompbalans heeft en niet meer op zijn benen kan steunen.

    Een patiënt ligt in bed. Hij ligt in een tilmat en houdt met één hand de opstahulp vast.

  • Steunkousslide: bij het aandoen van steunkousen (van drukklasse 2 of hoger)
  • Antislip-systeem: om te voorkomen dat de zorgvrager naar de voorkant van een zetel of stoel glijdt.

    Een stoel op wieltjes met een antislip stof.

Berg producten op een goede hoogte op

  • Tillen gebeurt best tussen knie- en schouderhoogte. Producten die veel gevraagd worden, stapel je op schouderhoogte. Daarboven komen dan de minder gevraagde producten of lichte gewichten. De maximale reikhoogte ligt op 1m80. Bij producten die hoger liggen, gebruik je een opstapje. Uiteraard rekening houdend met het ‘first in first out’ principe.
  • Zorg voor een vaste plaats van de producten, fotografeer dit en hang de foto’s op tegen de muur. Zo is het meteen duidelijk voor iedereen waar alles ligt.

Optimaliseer je eigen handelen

  • Ga rond de last staan.
  • Respecteer de natuurlijke krommingen van de wervelkolom.

    Een werkneemster buigt door haar knieën om voorwerpen te nemen van op de onderste lade van een karretje.

  • Ga dicht bij het object staan.
  • Maak gebruik van een steun op bv. de dij of op een meubel.

    Een werknemer buigt voorover om lakens van de onderste lade van een kast op te rapen. Ze leunt op haar dij en buigt door haar benen.Een werknemer leunt op het bed van de patiënt om zich naar de liggende patiënt te buigen.

  • Gebruik de zes gouden rijregels wanneer je bv. een bed of tillift moet verplaatsen:
    • Maak gebruik van je lichaamsgewicht bij het duwen.
    • Duw en draai nooit tegelijk.
    • Als je draait, loop dan om het object heen.
    • Plaats één voet op het onderstel en zet de beweging in.
    • Beweeg gelijkmatig en rustig. Gebruik de 3-secondenregel: neem altijd drie tellen de tijd om het voorwerp rustig in beweging te krijgen.
    • Pas je snelheid aan. Probeer te blijven rijden en niet onnodig te stoppen.

    Een werkneemster duwt een leeg ziekenhuisbed op wieltjes voor haar uit.Een werkneemster duwt een kar vol met maaltijden voor haar uit.

Ontdek welke impact werkbeleving kan hebben

Onderzoek toont aan dat werknemers die een hoge werkdruk en weinig autonomie ervaren, en op weinig steun van collega’s en leidinggevenden kunnen rekenen een hogere kans hebben om lichamelijke klachten te ontwikkelen. Psychosociale factoren spelen dus ook een rol in de ontwikkeling van lichamelijke klachten. Voor meer informatie, ga naar het thema Psychosociale risico's (PSR) op BeSWIC (Belgisch kenniscentrum over welzijn op het werk).

Wat kan je doen als werkgever?

Verlaag de werkdruk

Hoge werkdruk is een oorzaak van overspanning en stress, wat tot lichamelijke klachten kan leiden. Neem volgende stappen:

  • Pik de signalen vroegtijdig op. Let op vermoeidheid, te veel overwerk of deadlines die niet gehaald worden.
  • Geef je werknemers de ruimte om een goede planning op te stellen. Zorg dat ze prioriteiten bepalen en hun taken spreiden.
  • Geef je werknemers de ruimte om ‘neen’ te zeggen als ze het al druk hebben.
  • Denk niet te vlug: ‘dit is van voorbijgaande aard’ wanneer het werktempo hoog ligt.
  • Las na een drukke periode een rustige periode in.
  • Voeg voldoende pauzes in. Zo onderbreek je intensieve werkperiodes. Moedig iedereen aan om een middagpauze te nemen en geef zelf het goede voorbeeld.
  • Zorg voor afwisseling in het takenpakket. Dat maakt dat je werknemer kan kiezen tussen een veeleisende en een minder belastende taak.
  • Bevorder de samenwerking tussen collega’s. Zo staan ze er niet alleen voor en wordt de druk verdeeld.
  • Bespreek de werkdruk regelmatig tijdens overlegmomenten. Pols of je werknemer het werk nog aankan. Ga samen op zoek naar oplossingen.

Zorg dat collega’s hun werk zelf organiseren

Stress verlaagt wanneer werknemers hun eigen werk kunnen plannen, hun eigen opdrachten kunnen kiezen, hun manier van werken kunnen variëren, … Men noemt dit autonomie.

Pols of je werknemers nood hebben aan meer autonomie. Bespreek op welke momenten ze zelf beslissingen willen nemen en wanneer ze liever willen dat er van hogerhand beslist wordt. 

Verhoog de steun van collega’s en van leidinggevenden

  • Zorg voor een collegiale sfeer op het werk. Stimuleer bijvoorbeeld informele babbels op de werkvloer door samen te lunchen. Geef zelf het goede voorbeeld.
  • Moedig je werknemers aan om elkaar te helpen en hulp te vragen indien nodig.
  • Zorg dat geschillen uitgesproken worden. Zo vermijd je conflictsituaties.
  • Zorg ervoor dat je werknemers zich gewaardeerd voelen door een compliment te geven wanneer ze goed werk geleverd hebben.

Hulp nodig?

In de eerste plaats kan je intern hulp vragen aan je medewerkers. Gesprekken met mensen van verschillende afdelingen / teams kunnen helpen om problemen te identificeren en om samen oplossingen te vinden om de arbeidsomstandigheden te verbeteren.

Verder zijn er verschillende tools gratis beschikbaar om u te helpen:

Publicaties

Publicaties op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg:

Websites

Voor meer informatie of voor ondersteuning bij het uitvoeren van preventieve acties kan je terecht bij je externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg staat een overzicht van de erkende externe diensten.


Afbeeldingen

Copyright PREVENT voor de meerderheid van de afbeeldingen.