Zorg voor kinderen
Informeer de werknemers over goede houdingen
Ontdek welke impact werkbeleving kan hebben
Ontdek de wetgeving
Verplaatsen van mensen, trekken en duwen, regelmatig lichte lasten tillen … vallen allemaal onder de categorie “Manueel hanteren van lasten”. Als werkgever moet je in eerste plaats manueel hanteren van lasten vermijden. Niet evident in de kinderopvangsector! Wat nu? Het is belangrijk om het risico in te schatten. Zo kan je de nodige maatregelen nemen om de fysieke belasting van je werknemers te beperken. Naast het medisch toezicht dienen jouw werknemers ook informatie te krijgen over een correcte werkmethode (naar “Informeer de werknemers over goede houdingen”). Ben je geïnteresseerd in de wetgeving hierover? Je vindt ze terug in de Codex over het welzijn op het werk, Boek VIII Titel 3 – Manueel hanteren van lasten.
Wat is nu belastend voor je lichaam? Hoe vaak mag je iets optillen? Hoe lang mag je in een bepaalde houding staan? Of hoe zwaar mag iets zijn om nog veilig te tillen? Geen eenvoudige vragen. Hier is onderzoek naar gedaan. De resultaten zijn in basisnormen (A-normen) gegoten die deze werkhoudingen en handelingen beschrijven. De normen geven aan welke grenzen bewaakt moeten worden om gezondheidsproblemen te voorkomen.
Normen voor tillen
- Kinderen en objecten die zwaarder wegen dan 23 kg worden niet getild. Indien kinderen boven 23 kg handmatig verplaatst of gedragen moeten worden, moet je een tilhulpmiddel inzetten.
- Kinderen en objecten onder de 23 kg worden alleen getild door de meest gunstige tiltechniek te gebruiken.
Normen voor werkhoogte
- Werken met een gebogen rug in een staande en zittende houding mag gedurende een opeenvolgende periode van maximaal vier minuten. Zittende activiteiten die langer dan vier minuten duren, vinden plaats op de hoogte van de volwassene.
- Het is aan te raden om zittende activiteiten op de vloer niet langer dan vier opeenvolgende minuten uit te voeren. Voor staande activiteiten met gebogen rug is het aangeraden om een steunpunt te zoeken (bv. op het bovenbeen, op het meubilair)
Norm voor langdurig reiken
Werken met geheven armen mag gedurende een opeenvolgende periode van maximaal 3 minuten.
Advies voor hurken en knielen
Het is aan te raden om het hurken en knielen tijdens het werk te beperken tot maximaal 15 minuten per dag.
Beoordeel de werkplek
Om de kinderen te laten meewerken, moet je weten wat het kind zelf kan:
- Kan het kind zelfstandig in en uit het bed / de stoel klimmen?
- Kan het kind zelf op de aankleedtafel klimmen en eraf glijden?
- Kan het kind zelfstandig het toilet gebruiken?
- Kan het kind zelfstandig eten?
Daarnaast is het belangrijk om te weten welke hulpmiddelen/hulp er nodig of ter beschikking zijn/is.
Als laatste beoordeel je ook de omgeving. Onderstaande aandachtspunten zijn alvast een stap in de goede richting:
- Kan je werknemer op een goede hoogte werken?
- Staat alles handig opgesteld?
- Is er voldoende ruimte om te bewegen?
- Zijn er obstakels of hindernissen?
Maak de werkplek ergonomisch
Op basis van de informatie die je in ‘Beoordeel de werkplek’ hebt verkregen, maak je een keuze hoe je de zorg- en verplaatsingshandelingen zal uitvoeren. Allereerst, optimaliseer je de omstandigheden en maak je de omgeving klaar. Gebruik de juiste hulpmiddelen, het juiste materiaal, vraag hulp van collega’s … Plan je taken.
Bedden
Praktijksituatie
|
Kinderen kunnen niet zelfstandig in het bed klimmen (kind tillen) |
Kinderen kunnen zelfstandig in en uit het bed klimmen |
---|---|---|
Norm
|
|
|
Werkruimte rondom bedden
- Het bed is minimaal aan één lange zijde afzonderlijk bereikbaar.
- De werkruimte aan deze zijde is minimaal 60 cm.
- Bij een stapelbed is de werkruimte minimaal 80 cm.
- Het gangpad tussen de bedden is minimaal 80 cm breed.
Aankleedtafels
Stel dat de aankleedtafel niet in hoogte verstelbaar is en twee collega’s werken hieraan, waarvan de ene veel groter is dan de andere. Zorg ervoor dat de tafel aangepast is aan de grootste persoon (100-105 cm). Voorzie voor de kleinere collega een veilig opstapje. Organiseer het werk zo dat de afstanden zo klein mogelijk zijn. Plaats luiers bijvoorbeeld op een horizontale afstand van maximum 60cm.
Andere criteria
- Aankleedtafels staan in of aangrenzend aan de groepsruimte.
- Werkruimte van 80 cm is minimaal vereist.
- Voorzie een tillift bij mindervalide kinderen boven de 15 kg.
- Maximale reikwijdte naar kleding, hulpmiddelen en toiletartikelen, gemeten vanaf de voorzijde van de aankleedtafel, is 60cm.
Sanitair
Praktijksituatie |
Sanitair kan door het kind zelfstandig gebruikt worden |
---|---|
Norm |
|
Zitmeubilair
Praktijksituatie |
Het geven van een fles |
---|---|
Norm |
|
Praktijksituatie |
Begeleiding bij het eten of bij een andere activiteit (langer dan 4 opeenvolgende minuten ) |
---|---|
Norm
|
|
Praktijksituatie |
Zittende activiteiten op de grond (langer dan 4 opeenvolgende minuten) |
---|---|
Norm
|
|
Boxen
Praktijksituatie |
Baby’s tot 8kg |
---|---|
Norm |
|
Praktijksituatie |
Baby’s vanaf 8 kg |
---|---|
Norm |
|
Intern en extern transport
Praktijksituatie |
Objecten zwaarder dan 25 kg |
---|---|
Norm |
Gebruik maken van transportmiddel |
Zorg voor verrijdbare kasten. Of monteer wielen onder de kast (met rem) zodat je het meubilair gemakkelijk kan verplaatsen.
Vervoersmiddel
- Duwkracht bedraagt max. 20 kg
- Duwstang: 100 cm of in hoogte verstelbaar
- Goed bestuurbaar
Keuken en wasruimte
Praktijksituatie |
Langer dan twee uur per dag bukkend werk verrichten (inclusief in- en uitladen van wasmachine, droogkasten en vaatwasser) |
---|---|
Norm |
Apparaten op werkhoogte : onderrand van de vulopening bevindt zicht op hoogte tussen 70 en 85 cm van de grond. |
Buitenruimte en buitenberging
- Collega’s kunnen gebruik maken van meubilair op maat van volwassenen.
- De drempel van de ingang van de berging is maximaal 2 cm hoog (of geen drempel).
- De berging heeft voldoende vrij vloeroppervlak.
- Er is bewegingsruimte of opslagruimte.
- Objecten die regelmatig gebruikt worden, staan op een hoogte van maximaal 128 cm. De schappen zijn niet te diep en gemakkelijk toegankelijk.
Informeer je werknemers
Kennis is het begin van alle wijsheid. Informeer als werkgever je werknemers over een ergonomische werkhouding en –organisatie.
Hieronder alvast enkele tips om mee te nemen voor je werknemers:
Bevorder de zelfredzaamheid van de kinderen
- Voorzie schommels van verschillende hoogten: kleine kinderen kunnen de lage schommels gebruiken en grote kinderen de hoge schommels.
- Laat de kinderen zelf hun schoenen aandoen. Indien dit toch niet kan, ga dan allebei zitten en laat het kind zijn voet op je stoel leggen.
- Laat de kinderen zoveel mogelijk helpen bij het opruimen van speelgoed. Een opruimliedje maakt het opruimen leuker.
- Laat de kinderen zelf hun jas aantrekken.
Optimaliseer je eigen handelen
- Ga rond de last staan.
- Zorg dat je rug een zo natuurlijk mogelijke houding aanneemt (zie krommingen wervelkolom).
- Zoek een steunpunt (bv. op het bovenbeen of meubilair).
- In de mate van het mogelijke, vermijd het dragen van kinderen zwaarder dan 8 kg.
- Als je een kind tegen je buik draagt: hou je rug recht, leun niet achterover, draag het kind niet te lang.
- Als je een kind op je heup draagt: voorkom een gedraaide rug, plaats een hand onder de billen van het kind, draag het kind dicht tegen je aan, draag het kind afwisselend op je linker- en rechterheup, draag het kind niet te lang.
Ontdek welke impact werkbeleving kan hebben
Onderzoek toont aan dat werknemers die een hoge werkdruk en weinig autonomie ervaren, en op weinig steun van collega’s en leidinggevenden kunnen rekenen een hogere kans hebben om lichamelijke klachten te ontwikkelen. Psychosociale factoren spelen dus ook een rol in de ontwikkeling van lichamelijke klachten. Voor meer informatie, ga naar het thema Psychosociale risico's (PSR) op BeSWIC (Belgisch kenniscentrum over welzijn op het werk).
Wat kan je doen als werkgever?
Verlaag de werkdruk
Hoge werkdruk is een oorzaak van overspanning en stress, wat tot lichamelijke klachten kan leiden. Neem volgende stappen:
- Pik de signalen vroegtijdig op. Let op vermoeidheid, te veel overwerk of deadlines die niet gehaald worden.
- Geef je werknemers de ruimte om een goede planning op te stellen. Zorg dat ze prioriteiten bepalen en hun taken spreiden.
- Geef je werknemers de ruimte om ‘neen’ te zeggen als ze het al druk hebben.
- Denk niet te vlug: ‘dit is van voorbijgaande aard’ wanneer het werktempo hoog ligt.
- Las na een drukke periode een rustige periode in.
- Voeg voldoende pauzes in. Zo onderbreek je intensieve werkperiodes. Moedig iedereen aan om de middagpauze te nemen en geef zelf het goede voorbeeld.
- Zorg voor afwisseling in het takenpakket. Dat maakt dat je werknemer kan kiezen tussen een veeleisende en een minder belastende taak.
- Bevorder de samenwerking tussen collega’s. Zo staan ze er niet alleen voor en wordt de druk verdeeld.
- Bespreek de werkdruk regelmatig tijdens overlegmomenten. Pols of je werknemer het werk nog aankan. Ga samen op zoek naar oplossingen.
Zorg dat collega’s hun werk zelf organiseren
Stress verlaagt wanneer werknemers hun eigen werk kunnen plannen, hun eigen opdrachten kunnen kiezen, hun manier van werken kunnen variëren, … Men noemt dit autonomie.
Pols of je werknemers nood hebben aan meer autonomie. Bespreek op welke momenten ze zelf beslissingen willen nemen en wanneer ze liever willen dat er van hogerhand beslist wordt.
Verhoog de steun van collega’s en van de leidinggevende
- Zorg voor een collegiale sfeer op het werk. Stimuleer bijvoorbeeld informele babbels op de werkvloer door samen te lunchen. Geef zelf het goede voorbeeld.
- Moedig je werknemers aan om elkaar te helpen en hulp te vragen indien nodig.
- Zorg dat geschillen uitgesproken worden. Zo vermijd je conflictsituaties.
- Zorg ervoor dat je werknemers zich gewaardeerd voelen door een compliment te geven wanneer ze goed werk geleverd hebben.
Hulp nodig?
In de eerste plaats kan je intern hulp vragen aan je medewerkers. Gesprekken met mensen van verschillende afdelingen / teams kunnen helpen om problemen aan het licht te brengen en om samen oplossingen te vinden, zodat de arbeidsomstandigheden verbeterd kunnen worden.
Verder zijn er verschillende tools gratis beschikbaar om u te helpen:
Publicaties
Publicaties op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg:
- Preventie van musculoskeletale aandoeningen - Algemene informatiebrochure
- Preventie van musculoskeletale aandoeningen (MSA) voor het personeel uit de sector van de kinderopvang
Websites
- Op BeSWIC:
- Thema Musculoskeletale aandoeningen (MSA)
- Thema Ergonomie > Het ontwikkelen van een ergonomische werkplek
- VeiligheidNL: Verminderen van fysieke belasting in de kinderopvang: Tips en adviezen uit de praktijk
Voor meer informatie of voor ondersteuning bij het uitvoeren van preventieve acties kan je terecht bij je externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg staat een overzicht van de erkende externe diensten.
Afbeeldingen
Copyright PREVENT voor de meerderheid van de afbeeldingen.